Een sterke, betrokken overheid. Nu en straks.
Voorzitter, de Partij van de Arbeid is blij dat we als gemeenteraad bij elkaar hebben kunnen komen. Onder bijzondere omstandigheden, dat moge duidelijk zijn. En tegelijk ook als vanouds; want we zijn hier om – zo goed en zo kwaad als dat kan – invulling te geven aan onze kaderstellende rol.
Om algemeen te beginnen: het is goed dat er ruim steun verleend gaat worden aan degenen die dat nodig hebben. Aan mensen die zonder arbeidscontract thuis komen te zitten en aan hun werkgevers, vaak kleine bedrijven. Aan mensen die van het dagelijkse bezoek aan het winkelcentrum afhankelijk zijn van hun sociale contacten. En aan al die organisaties die zo belangrijk zijn voor de sociale infrastructuur van onze gemeente. Sportverenigingen, musea, onderwijs, zorg en welzijn.
Voorzitter, dit is geen moment voor politiek, maar wel een politiek moment. Deze crisis brengt bepaalde weeffouten in ons bestel aan het licht. Het stemt tevreden dat ook onze gemeente nu gelukkig veel doet om de ergste gevolgen wat te temperen. En tegelijk hoop ik dat we uit deze crisis wel politieke lessen trekken. Onze samenleving is niet gebaat bij een laissez faire mentaliteit. Onze samenleving is niet gebaat bij een zich terugtrekkende overheid, die alleen maar het hoogst noodzakelijke doet. Onze samenleving heeft juist behoefte aan een sterke, verbindende overheid. Een overheid die is toegerust om degenen die daar zelf niet toe in staat zijn, steun en hulp te bieden. Gelukkig zien we daar in de noodmaatregelen veel van terug, maar ik spreek de hoop uit dat we op die vlakken een blijvend effect zullen zien.
Voorzitter, ik wil een aantal onderwerpen benoemen. Allereerst de maatregelen die de gemeente neemt voor oudere inwoners.
- De gemeente richt zich in de communicatie op verschillende groepen en stelt daar ook voorzieningen voor beschikbaar. Het sociaal servicepunt is daar een belangrijk voorbeeld van. Maar ook het vrijwillligerspunt. We zien waar op wordt ingezet, maar wij vragen ook aan het college: welke verzoeken en signalen kunnen nog niet worden ingewilligd? Waarop heeft het college al een keer “nee” moeten verkopen?
- Hoe bereidt de gemeente zich voor op de piek die zich in allerhande aanvragen, niet in de laatste plaats de WMO, zal gaan voordoen, wanneer de maatregelen weer enigszins worden versoepeld? Wordt er ook pro-actief contact opgenomen met mensen die hun ondersteuning (tijdelijk) hebben stopgezet, om te voorkomen dat problemen over een paar maanden alleen maar ernstiger zijn geworden?
Dan de kwetsbare kinderen en gezinnen in onze gemeenten. Groepen die bij uitstek geraakt worden door het wegvallen van opvang, onderwijs en steunvoorzieningen.
- Om te beginnen bij de Voedselbank Haaglanden. Die is gesloten. Zijn de maatregelen die worden genomen om de Voedselbank Leidschendam-Voorburg financieel te ondersteunen afdoende? Wat hoort het college daarover terug?
- Wat doet de gemeente, samen met jeughulpaanbieders, om kinderen toch de hulp te laten ontvangen die zij nodig hebben?
- Zicht op kinderen die niet naar school gaan? Inzet leerplicht? Samenwerking jeugdhulpverlening en Veilig Thuis? Signalen zijn dat alle kinderen in beeld zijn, maar kan het college dat ook hier bevestigen? En verloopt de samenwerking goed, ook in de regio?
- Zijn er – naast de laptopregeling – nog aanvullende regelingen nodig om kinderen goed te kunnen ondersteunen, nu zij niet dagelijks naar school kunnen? Spelen de wijkmanagers hierin nog een rol of wordt hun expertise benut?
Voorzitter ik kom bij mijn derde en laatste inhoudelijke punt en daarna heb ik nog een vraag van principiële aard. Nu eerst de vraag naar arbeid in onze gemeente. We weten dat er een toenemend beroep op de bijstand wordt gedaan. Daarnaast zal er ook een toenemend beroep op de WW worden gedaan waar wij als gemeente geen zicht op hebben. Hoe bereidt de gemeente zich voor op de groep die aannemelijk ook vanuit de WW de bijstand in zal stromen? Wat zijn daarin de prognoses en hebben we voldoende capaciteit om deze mensen snel te laten re-integreren? En hoe gaat de gemeente om met maatregelen voor ondernemers, in het bijzonder in de vergelijking met andere gemeenten? Kan het college aangeven dat ondernemers in onze gemeente niet slechter af zijn, dan in bijvoorbeeld Den Haag?
Tot slot, voorzitter, ik had het al aangekondigd, een vraag van principiële aard; hoe gaat het college in deze periode om met het in- en uitvoeren van maatregelen en de financiering daarvoor – en hoe kan de gemeenteraad zijn controlerende rol goed uitoefenen?
- Uit de verzonden raadsbrieven en updates blijkt enorme urgentie. Het college lijkt zich goed te beseffen dat er sprake is van uitzonderlijke omstandigheden die ook om uitzonderlijke maatregelen vragen. De raad moet zich dat ook beseffen en in haar rolopvatting meenemen. Dat neemt niet weg dat maatregelen uitlegbaar moeten blijven en ook politiek te verantwoorden. Daarom is onze oproep om in ieder geval in de besluiten die het college neemt, goed te duiden waarom voor die maatregelen is gekozen.
- De lijn om sociale infrastructuur, lokale economie en zelfredzaamheid van mensen te beschermen, kunnen we in dat kader goed onderschrijven. We lijken ons als samenleving steeds beter te realiseren wat het nut is van een overheid die zich borg stelt voor een sociaal-economische ondergrens en zich af en ook als aanjager van maatschappelijke ontwikkelingen durft te positioneren. Dit is daar bij uitstek een gelegenheid toe en we hopen dat dat blijft. Maar doe dat in deze periode wel met inachtneming van de basis van onze democratie: zoveel mogelijk verantwoording vooraf. De digitale middelen staan wat dat betreft voor niets. Een maandelijkse update is nuttig; maar sommige getallen kunnen mogelijk ook al tussendoor worden gedeeld. Daarin vragen wij het college om ook een inschatting te maken; waar opportuun direct informeren.
- En tot slot een vraag over de financiering. Heel netjes dat het college voorstelt om niet over de nu opgenomen stelposten heen te gaan. Maar kan het college dan ook toezeggen dat het de raad informeert zodra de grens van één van deze stelposten in zicht dreigt te komen, zodat de raad de grens zo nodig kan bijstellen? En dat er dan een verantwoordingsdebat achteraf nodig is, spreekt voor zich.