Lokaal aan de slag voor betere jeugdhulp

Door Suzanne Kok op 4 juli 2023

Waar je wieg staat, is bepalend voor waar je in het leven gaat uitkomen. Dat geldt wereldwijd, én binnen Nederland. De verschillen tussen inwoners zijn enorm: dat geldt op economisch gebied, maar ook de verdeling van andere hulpbronnen is scheef. Bijvoorbeeld of je een netwerk hebt dat je steun biedt en of je fysiek en mentaal gezond bent. Voor een kind dat opgroeit in Leidschendam-Voorburg betekent dat dat het uitmaakt of je wordt geboren in Park Leeuwenbergh of in De Heuvel. In die eerste wijk is het gemiddeld inkomen per inwoner bijna drie (!) keer zo hoog dan in die laatste. Inwoners daar verkeren bovendien veel vaker in goede lichamelijke en geestelijke gezondheid; voelen zich minder eenzaam; en lopen minder kans om slachtoffer te worden van een misdrijf.

Kansengelijkheid vraagt om ongelijk investeren
Volgens mij wil iedereen dat elk kind gezond en veilig opgroeit. Maar waar dat voor het ene kind zo voor het oprapen ligt, moet het andere kind daar veel meer obstakels voor overwinnen. Van gelijke kansen is kort gezegd geen sprake. Wat is er dan voor nodig om dat recht te trekken? Wat mij betreft is de (lokale) overheid daarvoor aan zet. Ongelijk investeren voor gelijke kansen, om met de woorden van Amsterdamse PvdA-wethouder Marjolein Moorman te spreken. Sinds 2015 dragen we als gemeente verantwoordelijkheid voor het kansrijk opgroeien van onze kinderen. Deze belangrijke opdracht raakt alleen soms op de achtergrond in de huidige discussies rondom het jeugd(hulp)beleid: die is vaak financieel gedreven, zeker als we naar de landelijke ontwikkelingen en de verhitte discussie tussen Rijk, gemeenten en de branches kijken. In de raad verzuchten we bovendien vaak dat het jeugdbeleid zo’n complex onderwerp is, waar we bovendien weinig over te zeggen hebben omdat we jeugdhulp in regionaal verband inkopen in een zogeheten gemeenschappelijke regeling.

Jeugdhulp: als gemeente kunnen we een hoop
Ik denk dat dat niet waar is. We kunnen als gemeente wel degelijk een drijvende kracht zijn achter kansengelijkheid voor onze kinderen. Er is namelijk een heleboel waar we wél over gaan. Ten eerste onze lokale sociale basis, met daarin het jongerenwerk, de wijk- en buurtcentra, en ondersteuning op scholen waar dat extra nodig is. Ook over de toegang tot jeugdhulp gaan we zelf: daarvoor hebben we in Leidschendam-Voorburg een team van bevlogen jeugdconsulenten, waar ik onlangs op bezoek ben geweest samen met collega-raadslid van GroenLinks Iris Feld. Die consulenten zijn er voor inwoners die tegen opvoedvragen aanlopen of andere obstakels waar een kind mee te maken kan krijgen. Wat mij betreft mogen die consulenten wel nog veel meer naar buiten treden. Het stadhuis is voor veel mensen een plek die ze niet kennen, of die zelfs angst of wantrouwen oproept. Het is daarom jammer dat we als Leidschendam-Voorburg nooit expliciet de keuze hebben gemaakt voor de zogeheten wijkteams. Daarin kunnen we als gemeente samen met onze sociale partners een herkenbaar gezicht vormen, het liefst zo lokaal mogelijk: in het buurthuis, in de bibliotheek en op school. Ten slotte kunnen we als gemeente ook zelf bepalen in hoeverre we regie voeren in gezinnen waar jeugdhulp wordt geboden. Regie betekent voor mij: als gemeente naast een gezin gaan staan dat het moeilijk heeft, rust en overzicht scheppen in het oerwoud aan hulpverleners dat soms bezig is – we zien jeugdhulp in sommige gevallen gepaard gaan met bijvoorbeeld schuldhulpverlening, volwassenen-ggz of verslavingszorg – en ook hier weer: een laagdrempelig en herkenbaar gezicht zijn.

Motie aangenomen: lokaal aan de slag voor betere jeugdhulp
Dat vraagt om een nieuwe invulling van onze rol als gemeente. In mijn eerste jaar als raadslid ben ik in onze gemeente ten aanzien van het sociaal domein vaak het mantra “We zijn dienstverlenend, niet hulpverlenend” tegengekomen. Met zo’n opvatting komen we er niet. De gemeente kan en moet meer doen dan paspoorten en parkeervergunningen verstrekken. Juist voor die inwoners die het op eigen kracht niet redden. Laten we beginnen bij onze kinderen. Ik ben daarom blij dat we een motie van de PvdA die hiertoe oproept samen met alle andere fracties in onze raad hebben kunnen indienen én aannemen. Met deze motie ondersteunen we de weg die onze gemeente recent is ingeslagen – door onderwerpen als toegang tot hulp en regie als prioriteit aan te merken – en sporen we het College aan om de ambities nog wat verder op te schroeven. Zo kunnen we lokaal aan de slag voor betere jeugdhulp. En dragen we lokaal bij aan gelijke kansen.

Suzanne Kok

Suzanne Kok

Het stadhuis uit, de wijken in, naast bewoners gaan staan: dat is wat onze gemeente wat de Partij van de Arbeid betreft zou moeten doen. Daar ga ik me de komende tijd met alle energie, enthousiasme en empathie voor inzetten. Ik ben Suzanne Kok, 27 jaar en ik woon sinds twee jaar in Voorburg-Noord. Daar

Meer over Suzanne Kok